Paul van de Coevering en Ineke Spapé, bieden inzicht in het heden, verleden en de toekomst van mobiliteit.
Kennis
Van de Coevering, lector Urban Mobility Planning bij BUas, benadrukt het belang van innovatie, hoewel sommige ontwikkelingen, zoals zelfrijdende voertuigen, trager verlopen dan verwacht. Hij ziet echter potentie in de snelle opkomst van deelmobiliteit. Spapé, directeur van SOAB adviseurs en voormalig lector Verkeer en Stedenbouw bij BUas, voegt toe dat mobiliteitsoplossingen niet eenzijdig zijn en wijst op de complexiteit van systeemveranderingen, waarbij nieuwe vormen van mobiliteit niet altijd de beoogde problemen oplossen en soms zelfs meer mobiliteit genereren.
Beide experts benadrukken dat mobiliteit een veelzijdige aanpak vereist, waarbij elektrificatie, gedragsverandering, en efficiënter ruimtegebruik allemaal een rol spelen. Ze signaleren een toenemende strijd om de openbare ruimte, waarbij de auto steeds minder compatibel wordt met de eisen van moderne steden. Het succes van mobiliteitstransities hangt samen met het creëren van meer leefomgevingskwaliteit.
Er ontstaat een duidelijke kloof tussen stedelijke en landelijke gebieden, waarbij de behoefte aan mobiliteit en de beschikbare infrastructuur sterk verschillen. Deze ongelijkheid wordt verder vergroot door economische factoren, met name voor jongeren en gezinnen die uit steden vertrekken vanwege de hoge kosten van wonen en leven.
Spapé wijst op de noodzaak om diverse groepen in de samenleving actief te betrekken bij mobiliteitsplanning, met name kinderen, jongeren en senioren, die vaak over het hoofd worden gezien. Beiden pleiten voor meer resultaatgericht beleid, ondersteund door evaluatie en innovatie, zoals het gebruik van AI om mobiliteitseffecten te analyseren.
Ze stellen dat de toekomst van mobiliteit vol mogelijkheden is, vooral na de ervaringen met thuiswerken tijdens de COVID-19-pandemie. Elektrificatie van voertuigen zal autorijden goedkoper maken, tenzij er ander beleid wordt toegepast, zoals betalen naar gebruik. Er wordt gewezen op de noodzaak om de auto een minder vanzelfsprekende positie te geven in steden en te streven naar meer multimodaal vervoer.
In conclusie bieden Van de Coevering en Spapé inzicht in de complexe uitdagingen en kansen van mobiliteit, waarbij ze pleiten voor een holistische aanpak die rekening houdt met diverse belangen en toekomstige ontwikkelingen.